Groengas is gas uit biologische bronnen, zoals mest, gft en agrarische reststromen, dat opgewerkt wordt tot aardgaskwaliteit. Het heeft dezelfde samenstelling als aardgas en wordt via het bestaande gasnet getransporteerd en geleverd aan gebouwen en industrie. Voor de gebruiker is het gelijk aan aardgas; daardoor zijn er geen aanpassingen nodig in haar of zijn gastoestellen.
Door de beperkte beschikbaarheid is een massale overschakeling op groengas niet mogelijk. In de strategieën van de Leidraad wordt met groengas gerekend, omdat voor een aantal buurten de andere opties heel moeilijk te realiseren zijn. Met het oog hierop zijn de strategieën waarin groengas een rol speelt, gecombineerd met technieken om het gasgebruik te beperken, zoals energiebesparing en hybride warmtepompen.
Naast groengas zijn ook biogas en waterstof duurzame gassen. Waterstof is nu nog beperkt beschikbaar en vergt aanpassing of vervanging van bestaande gastoestellen. Lees meer hierover in de factsheet Waterstof. Biogas heeft een andere samenstelling dan aardgas en wordt in speciale installaties toegepast. Zie de factsheet Bio-energie voor collectieve verwarming.
Voor de productie van groengas uit biomassa zijn drie verschillende technieken beschikbaar:
- Vergisting is een biologisch proces waarbij micro-organismen biomassa afbreken en biogas produceren. Gebruikte biomassastromen zijn: dierlijke mest, slib van waterzuiveringen, GFT en reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie. Op termijn kan ook de zeewierteelt een bron zijn. Biogas moet verder worden opgewerkt tot groengas, voordat het geschikt is voor het gasnet.
- Vergassing is een chemisch proces waarbij biomassa op hoge temperatuur wordt ontleed en synthesegas (syngas) geproduceerd wordt. Evenals biogas moet ook syngas worden bewerkt voor het geschikt is om in te brengen – invoeding - in het gasnet.
- Superkritisch vergassen is een nieuwe technologie waarbij onder hoge druk en temperatuur gas geproduceerd kan worden uit natte biomassastromen, op basis van bijvoorbeeld mest, slib en zeewier. Na opwaardering kun je het omzetten in groengas.
Op dit moment is de productie van groengas gebaseerd op, vooral kleinschalige, vergistingsprojecten. Vergassing en superkritische watervergassing zijn technieken die nog in de demonstratiefase zitten, maar waarvan een sterke opschaling verwacht wordt in de komende jaren.
Hoewel groengas een grote theoretische potentie kent in Nederland (tot meer dan 10 miljard m³ in 2050) is de huidige productie nog beperkt (0,2 miljard m³ in 2020). Afgezet tegen de 11 tot 12 miljard m³ aardgas die momenteel in de gebouwde omgeving gebruikt wordt, is dit een klein volume. De groengassector heeft de ambitie om in 2030 2 miljard m³ te produceren, waarvan het merendeel naar de gebouwde omgeving zou kunnen. Deze ambitie is echter deels gebaseerd op de doorbraak van technologieën zoals superkritisch watervergassen. Het is nog onzeker of deze technologieën goed genoeg werken. De beschikbaarheid van de biomassastromen (zoals mest) voor de vergisting is beperkt. Na 2030 wordt bovendien een groeiende vraag naar groengas verwacht vanuit industrie en mobiliteit, gezien de beperkte verduurzamingsalternatieven in deze sectoren.
Om de opschaling van groengas te ondersteunen, heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een Routekaart Groen Gas gemaakt ter bevordering van productie, consumptie en innovatie op het gebied van groengas.
Verschillende marktpartijen werken samen onder naam van de 2bcm alliantie om bij te dragen aan de ontwikkeling van vraag en aanbod van groengas. Dit doen zij door onder andere concrete projecten op te zetten.
De klant kan groengas niet meer onderscheiden van aardgas. Met groengascertificaten (Garanties van Oorsprong of GvO’s) is aan te tonen wat de bron is van het gas. Om te voorkomen dat dezelfde hoeveelheid groengas dubbel geteld of geclaimd wordt, beschikt een eindgebruiker alleen over groengas als hij of zij in het bezit is van GvO’s. De fysieke productielocatie van het gas of het fysieke gas dat de consument geleverd krijgt, maakt hiervoor niet uit. Als gevolg hiervan is het goed mogelijk dat groengas dat in Zeeland wordt geproduceerd en op het net wordt gezet, in Groningen wordt geconsumeerd.
Technisch is groengas toepasbaar in alle buurten en zal het voor veel buurten de goedkoopste verduurzamingsoptie zijn. Aangezien groengas echter beperkt beschikbaar is voor de gebouwde omgeving, moeten scherpe keuzes worden gemaakt in de toepassing ervan. Het streven is daarom om groengas alleen in te zetten in buurten waar alternatieve warmtevoorziening veel duurder of technisch niet haalbaar is. In deze buurten kunnen er veel kosten uitgespaard worden als wordt gekozen voor groengas in plaats van een van de andere warmteopties. Dit zal in het bijzonder het geval zijn in stadscentra met oude en monumentale bebouwing en bij de pieklast van warmtevoorziening in warmtenetten.
Om gemeenten te helpen met hun keuzes, zal PBL in de gemeenterapporten de uitgespaarde nationale kosten per buurt in beeld brengen, de uitgespaarde kosten per buurt op nationaal niveau rangschikken en aan de hand hiervan per buurt aangeven of groengas een optie is. Voor buurten waar groengas gezien de beperkte beschikbaarheid geen optie is, zal de verduurzaming van de gebouwde omgeving via een andere strategie plaats moeten vinden.
CO2 -reductie
Groengas geldt als CO2-neutraal. Omdat de CO2 die vrijkomt bij het gebruik eerder uit de lucht is gehaald door de biomassa waaruit het gas is geproduceerd, geldt het gebruik van groengas als CO2-neutraal. De productie vergt maar een beperkte hoeveelheid energie, zodat de CO2-reductie 80 tot 90% is vergeleken met het gebruik van aardgas.
Overige relevante duurzaamheidsaspecten
Bij mestvergisting is er minder methaanuitstoot naar de lucht dan bij ander gebruik van de mest. Hierdoor kan aan groengas in sommige gevallen een negatieve CO2-emissie toegerekend worden. Wel kan er lokaal weerstand zijn tegen mestvergisting, omdat sommigen het zien als een middel om de intensieve veehouderij in stand te houden.
Via een nieuw duurzaamheidskader zal de Rijksoverheid de duurzaamheid van alle gebruikte biomassastromen borgen. De overheid zet in op een zo sterk mogelijke cascadering van biomassastromen, waarbij het streven een zo hoogwaardig mogelijke inzet is. Ook in de nieuwe Routekaart Groen gas zal ingezet worden op het gebruik van duurzame gecascadeerde biomassastromen, inclusief de ontwikkeling van nieuwe stromen op basis van onder meer biomassa uit zee.
Eigenaren/bewoners
Vanwege de beperkte beschikbaarheid is bewust omgaan met het beschikbare groengas van belang. Isolatie, en waar mogelijk de inzet van een hybride warmtepomp, zijn aan te raden om de behoefte aan groengas te beperken.
Gemeente
Groengas vergt geen verandering in de infrastructuur, maar aangezien het schaars is, moet er zuinig mee omgesprongen worden. In de Startanalyse is zichtbaar waar groengas de grootste besparing van nationale kosten geeft. Deze uitgespaarde kosten worden inzichtelijk gemaakt in het gemeenterapport. Groengas is voor buurten waar andere opties niet kunnen of erg duur zijn.
Groengas hoeft niet lokaal te worden geproduceerd, maar het is wel wenselijk dat gemeenten lokale initiatieven van bijvoorbeeld energiecoöperaties, ondersteunen. Het lokaal geproduceerde groengas kan niet exclusief voor de eigen gemeente worden ingezet.
Netbeheerder
Groengas kan via het bestaande gasnet getransporteerd worden vanuit de productielocaties die verspreid staan over het land. Wel zijn er aanpassingen noodzakelijk om hiervoor voldoende capaciteit vrij te maken. Netbeheer Nederland schat de kosten van het transport van voldoende groengas in 2030 op € 300 miljoen.
Huidige toepassing
In 2020 was de belangrijkste bron van groengas vergisting van mest en gft-afval. De productie is de laatste jaren minder gegroeid dan verwacht, omdat projecten moeilijk tot stand komen. Vergassing en superkritische watervergassing zitten in het stadium van demonstratieprojecten. Panorama Groen Gas geeft hiervan een overzicht.
Verwachte ontwikkelingen
Technische innovaties zie je vooral op het gebied van vergassing. Vooral superkritische watervergassing biedt goede perspectieven.
Sociale innovaties vinden plaats vanuit lokale energiecoöperaties die een lokaal groengasproject ontwikkelen. Dit soort initiatieven gaat uit van het principe ‘lokaal voor lokaal’. De focus ligt hierbij niet alleen op de productie, maar ook op de afzet.
Om de opschaling van groengas te ondersteunen, heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een Routekaart Groen gas gemaakt.
Voorbeeldprojecten
Meer informatie