Warmteopslag is het opslaan van warmte voor gebruik later. Je kan warmte opslaan voor een korte termijn (uren), een dag, een week of een seizoen. Dit gebeurt grootschalig bij tuinders, warmtebronnen en warmtenetten, maar ook kleinschalig bij individuele gebouwen en woningen.
Methoden voor warmteopslag
In het onderstaande overzicht staan verschillende technieken voor opslag benoemd op verschillende schaal- en temperatuurniveau’s.
|
Gebied |
Wijk |
Woning |
Bodemtemperatuur
|
WKO-systemen met centrale of individuele warmtepompen
|
WKO-systemen met centrale of individuele warmtepompen |
Bodemlus met individuele warmtepomp
|
Lage temperatuur
|
Lage-temperatuur opslag in de bodem (in ontwikkeling)
|
WKO-systeem met vergunning voor hogere temperatuur
|
Buffervat, vaak gecombineerd met tapwaterboiler
|
Hoge temperatuur
|
Hoge-temperatuur opslag in de bodem (in ontwikkeling)
|
Grootschalige opslag van warm water in (meestal ondergrondse) vaten. Omvang ~30 m3 per woning
|
Buffervat in de woning of ondergrondse vaten in de tuin.
Bijvoorbeeld in combinatie met zonthermie
|
Opslag in water is de meest voorkomende methode voor warmteopslag. Dit kan bijvoorbeeld in boven- of ondergrondse tanks of in de bodem door middel van warmtekoudeopslag (WKO).
Warmteopslag in tanks die niet onder druk staan kan tot maximaal 98oC, onder druk kan het op een hogere temperatuur. Bij warmteopslag wordt gebruikgemaakt van het principe dat warmer water ‘drijft’ op kouder water, de tanks blijven meestal volledig gevuld.
De meeste WKO-systemen zijn tussen de 50 en 500 meter diep en slaan water met een lage temperatuur van maximaal 25 graden op. Opslag op hogere temperatuur mag alleen met een speciale vergunning en kan tot technische problemen leiden. Ga je dieper dan kan het water op hogere temperaturen worden opslagen. Er wordt onderzoek gedaan naar opslag van warmte tussen de 75 en 90oC in de bodem op een diepte van 100 – 500 meter. Meer informatie over deze techniek vind je in de factsheet Geothermie en WKO.
Het nadeel van warmteopslag in water is dat het veel ruimte inneemt. Er zijn daarom methodes in ontwikkeling die gebruikmaken van andere materialen en daardoor een stuk compacter zijn. Meer informatie over deze nieuwe technieken vind je in het kennisdossier Warmteopslag van TKI Urban Energy.
Waarom warmteopslag?
Warmteopslag verhoogt de inzet van duurzame energiebronnen
In tegenstelling tot een kolen- of gascentrale kunnen veel hernieuwbare energiebronnen niet aan en uit worden gezet. Een voorbeeld zijn zonnecollectoren en -panelen, die leveren alleen overdag energie en leveren in de winter veel minder energie dan in de zomer. Een ander voorbeeld is een geothermiebron of industriële restwarmte, die leveren een constante stroom aan warmte, ongeacht of er op dat moment vraag naar die warmte is.
Warmteopslag maakt het mogelijk om overtollige warmte tijdelijk op te slaan en te gebruiken op een moment dat er wel vraag naar is. Hierdoor wordt de warmte uit energiebronnen efficiënter ingezet waardoor de energiebronnen ook meer rendabel kunnen worden. In de figuur wordt deze dempende werking van warmteopslag inzichtelijk gemaakt.
Dempende werking warmteopslag. Bron: TKI Urban Energy
Warmteopslag verlaagt de inzet van piekketels en dient als back-up
Op een koude winterdag is de vraag naar warmte erg hoog. Het is technisch en economisch niet zinvol om bijvoorbeeld een geothermiebron zó groot te maken dat hij altijd alle warmte kan leveren. Het vermogen van zo’n bron is meestal 20 tot 30% van de maximale warmtevraag op een erg koude winterdag. Dit is voor een groot deel van het jaar voldoende om de warmte te leveren. De bron levert dan ongeveer 80% van de totale warmte in het jaar. De overige 20% wordt traditioneel opgewekt met gasketels. Die springen bij als er veel warmte gevraagd wordt en dienen als back-up.
Met warmteopslag kun je de inzet van gasketels verkleinen, of voorkómen. Je gebruikt dan de opgeslagen warmte van de duurzame bron. Op het moment dat de duurzame bron uitvalt dient de warmteopslag ook als back-up.
.png)
Warmteopslag kun je gebruiken in combinatie met fluctuerende hernieuwbare elektriciteitsproductie
Ook overtollige elektriciteit kun je als warmte opslaan. Dit kan met behulp van een collectieve of individuele warmtepomp. Je kunt de warmtepomp extra laten draaien als er een overschot aan elektriciteit is en de prijs hiervan laag is. Deze extra warmte kun je vervolgens tijdelijk opslaan tot het moment dat elektriciteit schaars en duur is. Door de opgeslagen warmte dan in te zetten kun je de warmtepomp tijdelijk uitzetten waardoor je dure elektriciteit bespaart. Als elektriciteit erg goedkoop is, is het ook mogelijk om de warmteopslag met een elektrisch element te verwarmen.
Andersom kan er ook een WKK (warmte-krachtkoppeling) worden gekoppeld aan een warmteopslag. Hiermee wordt tegelijkertijd warmte en elektriciteit geproduceerd. Een WKK zet je dan juist aan als de elektriciteitsprijzen hoog zijn, waarbij je de vrijkomende warmte opslaat. Dit wordt ook vaak toegepast in de glastuinbouw.
Op het moment dat je heel lokaal en direct een WKK of warmtepomp met warmteopslag kunt koppelen aan wind- of zonne-energie kan dat gunstig zijn voor de belasting op het elektriciteitsnet.
Als op termijn een groter aandeel van de warmtevoorziening wordt geëlektrificeerd, kan warmteopslag ook ingezet worden om perioden te overbruggen met weinig zon en wind (windstille winterweken).