Eigenaren/bewoners
De kosten voor warmtelevering zijn nu gekoppeld aan de gasprijs zodat de kosten voor de bewoner ongeveer gelijk blijven.
In de komende jaren krijgen alle gebouwen isolatie tot het niveau van schillabel B. Als dat bij een gebouw niet mogelijk is, kan ook bij wat minder isolatie bij deze strategie het gewenste comfortniveau gehaald worden (bij een LT-net is dat afhankelijk van de temperatuur van de warmtelevering).
In grondgebonden woningen, oftewel huizen die met één bouwlaag op de straat staan, is het lastig om een aansluiting te maken op een warmtenet. Er moet plek zijn voor een afleverset en er moet vaak een extra leiding door de woning komen (van de aansluiting op het warmtenet naar de plek waar de cv-ketel stond).
Voor appartementen met individuele cv-ketels is de aanleg van een extra leiding nodig: van de centrale aansluiting op het warmtenet naar de plek waar de cv-ketel stond.
De gasaansluiting vervalt, dus is er vaak een aanpassing nodig om over te gaan op elektrisch koken.
Bij woningen met voortuinen kan er graafschade zijn als de warmteleiding van de straat naar de woning wordt gelegd.
Gebruikers die aangesloten zijn op een warmtenet kunnen niet wisselen van energieleverancier.
Voor een goede benutting van het warmtenet is het van belang dat de binnen-installatie van de gebouweigenaar/bewoner goed is ingeregeld. Hoe meer warmte het warmtenet af kan geven in het huis (in jargon: kan uitkoelen), hoe beter de warmte wordt benut in het gebouw en hoe meer capaciteit het warmtenet heeft.
Voor een aantal varianten moet er in het gebouw een warmtepomp of boosterwarmtepomp (met opslagvat) komen. Daar moet wel ruimte voor zijn.
Bij aansluiting op een LT-net is een aangepast afgiftesysteem nodig; dit kost ongeveer 2000 euro.
Gemeente
De gemeente zal in de transitievisie warmte aangeven waar zij denkt dat warmtenetten een goed alternatief zijn, en zo ja, in welke vorm.
In de Praktijktips – een lokaal warmtenet realiseren lees je over de verschillende rollen die een gemeente aan kan nemen bij de ontwikkeling van een warmtenet.
In de voorgenomen nieuwe warmtewet krijgen gemeenten mogelijk een grotere rol bij de aanwijzing van een warmtekavel (gebied waar een warmtenet komt) en een warmteleverancier voor deze kavel.
Bij de realisatie van een warmtenet zal de gemeente een vergunning af moeten geven. Dat kan ook gelden voor onderstations in de openbare ruimte. Daarnaast heeft de gemeente een belangrijke rol bij afstemming over tracé, input voor benodigde onderzoeken, afspraken over straatherstel, etc.
Netbeheerder
Het gasnet kan alleen worden weggehaald als alle bewoners/gebruikers tegelijk meedoen.
Er is in de regel voor het verwarmen geen verzwaring van het elektriciteitsnet nodig. Alleen als er een centrale warmtepomp of individuele warmtepomp bij een ZLT-net gebruikt wordt kan netverzwaring nodig zijn. Vaak gaat het aansluiten op een warmtenet wel samen met het koken op inductie. Een controle op eventuele benodigde netverzwaring en verzwaring van aansluitingen is dan gewenst.
Warmteleverancier
De warmteleverancier moet voldoen aan de verplichtingen uit de Warmtewet en moet in de meeste gevallen een vergunning hebben. Zo moet de warmteleverancier bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van de warmtelevering in alle gevallen kunnen garanderen. Ook zijn de maximale tarieven voor warmte wettelijk vastgelegd en moet de exploitant met ingang van 2021 (over het jaar 2020) jaarlijks rapporteren over de duurzaamheid van het warmtenet.