1. Wat is het?

Techniek
In Strategie 1 worden individuele elektrische warmtepompen ingezet voor ruimte- en warmtapwaterverwarming. Een warmtepomp onttrekt warmte (energie) aan de bodem of buitenlucht en verplaatst die naar het verwarmingssysteem binnen. Met 1 kWh stroom maakt een warmtepomp 2 tot 5 à 6 kWh warmte. De warmtepomp is dus een zeer efficiënte techniek. Voor de verwarming van een gebouw is bij deze variant alleen een aansluiting op het elektriciteitsnet nodig. Daarom is dit een all-electric-strategie.
Voor meer informatie over de elektrische warmtepomp: zie de factsheet Individuele elektrische warmtepomp met bodem of lucht als warmtebron.
Varianten Startanalyse
De Startanalyse rekent de twee meest voorkomende varianten van warmtepompen door: een individuele luchtwarmtepomp (Variant S1a) en een individuele bodemwarmtepomp (Variant S1b).
Variant S1a: elektrische luchtwarmtepomp
In deze variant gebruikt de elektrische warmtepomp de buitenlucht als belangrijkste energiebron. De buitenunit is bevestigd aan het gebouw of staat nabij het gebouw en onttrekt warmte aan de buitenlucht. Zie de factsheet Elektrische warmtepomp voor meer informatie.
Variant S1b: elektrische bodemwarmtepomp
Deze variant gebruikt een elektrische warmtepomp met de bodem als de belangrijkste warmtebron. Een gebouw heeft in het algemeen buitenruimte nodig voor het plaatsen van de bodemwarmtewisselaar. Zie de factsheet Elektrische warmtepomp en de factsheet Bodemenergie voor meer informatie.
Individueel of collectief
Een warmtepomp is een individuele techniek. De gebouweigenaar kan zelf beslissen wanneer hij /zij overstapt naar een warmtepomp. Je hoeft bij deze strategie daarom niet per sé buurt voor buurt uit te rollen, maar je kunt dat ook gemeentebreed (voor bepaalde buurten) stimuleren en faciliteren.
Je kunt ook warmtepompen op buurt- of blokniveau te realiseren. Daarover lees je in de factsheet over Strategie 3: Warmtenet met lagetemperatuurbron.
Temperatuurniveau afgifte
Een warmtepomp werkt meestal met een afgiftetemperatuur van maximaal 45 tot 55 °C omdat de warmtepomp efficiënter is bij lagere temperaturen. Deze afgiftetemperatuur is lager dan de afgiftetemperatuur van een HR-ketel, die water meestal op 80 °C aflevert. Door deze lagere afgiftetemperatuur wordt een elektrische warmtepomp vaak gecombineerd met:
- Isolatie tot minimaal schillabel B, maar bij voorkeur nog beter.
Zonder goede isolatie en kierdichting kan het comfort te wensen overlaten en kunnen de elektriciteitskosten hoog uitvallen. Meer informatie over vermindering van de warmtevraag vind je in de factsheet Isolatie. De variant met schillabel D is voor deze strategie niet doorgerekend, omdat minimaal schillabel B nodig is.
- Een afgiftesysteem dat geschikt is voor lagetemperatuurverwarming.
Doordat het water op een lagere temperatuur wordt afgegeven, heeft een radiator meer vermogen nodig om een ruimte comfortabel warm te krijgen. Reguliere radiatoren hebben dat vermogen vaak niet. Ze moeten daarom vervangen worden. Door andere radiatoren, door vloerverwarming of door een andere geschikte techniek.
- Een boilervat waar warm tapwater in kan worden opgeslagen.
In de Startanalyse zijn de kosten van deze maatregelen meegerekend in de kosten van Strategie 1.
Infrastructuur
De warmtepompen worden gevoed vanuit het elektriciteitsnet. Als veel woningen in een buurt van het gas afgaan en overstappen op elektrische warmtepompen en elektrische kookplaten, kan het zijn dat het elektriciteitsnet moet worden verzwaard. Het is daarom goed om dat met de netbeheerder af te stemmen, zeker voor de buurten die voor 2030 in de planning staan.
Figuur 1: Voorbeeld Strategie 1a Individuele elektrische luchtwarmtepomp. Op https://themasites.pbl.nl/leidraad-warmte/2019/main.php# kun je deze figuur voor iedere variant te vinden.
Andere all-electric-oplossingen
In de Startanalyse zijn geen strategieën doorgerekend met een elektrische cv-ketel of infraroodpanelen als hoofdverwarming. De reden hiervoor is dat de individuele elektrische warmtepomp in de meeste gevallen beter geschikt is. Voor specifieke situaties zoals tijdelijke verwarming van woningen/gebouwen of woningen die zeer goed geïsoleerd zijn (zoals passiefbouw) kunnen een elektrische cv-ketel of infraroodpanelen goede oplossingen zijn.
De individuele elektrische warmtepomp is goed toepasbaar bij:
- Gebouwen die al geïsoleerd zijn op schillabel B-niveau of beter. Dit zijn bijvoorbeeld nieuwbouwwijken vanaf bouwjaar 1995 of gerenoveerde gebouwen die door corporaties of particulieren al tot schillabel B geïsoleerd zijn.
- Buurten met een relatief lage bebouwingsdichtheid waar een oplossing per gebouw nodig is omdat een collectieve oplossing niet rendabel is. Deze techniek kan daarom goed worden toegepast in afgelegen gebied.
De individuele elektrische warmtepomp is minder goed toepasbaar bij:
- Woningen en gebouwen waarbij het isoleren tot minimaal schillabel B complex en kostbaar is. Bijvoorbeeld bij monumenten en andere oude gebouwen.
- In (zeer) dichtbebouwde gebieden waar het geluid van de buitenunit van de luchtwarmtepomp een probleem kan zijn.
- Voor een bodemwarmtepomp is ruimte in de bodem nodig. Er moet in de grond geboord worden om lussen te plaatsen. Dit kan in dichtbebouwde gebieden een probleem zijn vanwege ruimtegebrek. Ook kan het schade opleveren aan aangelegde tuinen.
De duurzaamheid van de warmtepomp is afhankelijk van de duurzaamheid van de elektriciteit die gebruikt wordt. Als in de toekomst alle stroom duurzaam is, is er geen CO2-uitstoot van elektrische warmtepompen.
- Een bodemwarmtepomp kan een huis bij warm weer ook efficiënt koelen met een zeer laag energiegebruik. Hierdoor wordt de kans op de aanschaf van een airconditioner kleiner. Lucht-waterwarmtepompen kunnen ook koelen, maar verbruiken hiervoor wel meer energie dan een bodemwarmtepomp. De buitenunit en de warmtepomp draaien dan ook in de zomer.
Eigenaren en bewoners
Een warmtepomp is een wat trager systeem. Snelle temperatuurwisselingen zijn daardoor niet meer mogelijk, zoals bij een gasketel. In plaats daarvan zal de temperatuur meer stabiel op een bepaalde temperatuur worden gehouden.
Een warmtepomp is een individuele techniek. De gebouweigenaar kan zelf beslissen wanneer hij of zij overstapt. Bij deze strategie vervalt de aansluiting op het gasnet en zal de bewoner ook elektrisch moeten gaan koken. Daarnaast moeten er leidingen worden getrokken tussen de huidige cv-installatie, de warmtepomp en de buitenunit of bodemlus. Het aanpassen van het verwarmingssysteem naar vloerverwarming, wandverwarming of speciale lagetemperatuurradiatoren is in veel gevallen nodig.
Een elektrische warmtepomp kan op koude winterdagen veel stroom gebruiken, de pomp wordt dan ondersteund met elektrische verwarming. Daarvoor is een aansluiting op het elektriciteitsnet nodig van 3x25 A. Als die niet aanwezig is, kost dit eenmalig een beperkt bedrag (ongeveer € 280 anno 2020). Het vastrecht voor de eigenaar-bewoner blijft hetzelfde.
Gemeente
De gemeente hoeft geen vergunning te verlenen voor het plaatsen van een warmtepomp. Wel is er voor het plaatsen van bodemlussen een meldingsplicht en mogen bodemlussen niet in drinkwaterwingebieden, aangewezen interferentiegebieden, bij WKO’s in de omgeving of als er andere bodemgebruikers zijn. Zie hiervoor de factsheet Bodemenergie. Bij grote buitenunits van lucht-waterwarmtepompen kan een omgevingsvergunning nodig zijn.
De gemeente moet in overleg gaan met de netbeheerder over tijdige verzwaring van het elektriciteitsnet.
Netbeheerder
Als veel woningen in een buurt op een all-electric-oplossing overgaan en elektrisch gaan koken, kan er verzwaring van het elektriciteitsnet nodig zijn. De netverzwaring leidt mogelijk tot graafwerk en de aanleg van extra transformatorhuisjes (middenspanningsruimtes). Het is in dat geval belangrijk om op tijd contact op te nemen met de netbeheerder. De netbeheerder kan dan maatregelen nemen om de netcapaciteit waar nodig uit te breiden. Ook kan het nodig zijn om de individuele woningaansluiting te verzwaren. Ook daar moet de netbeheerder werkzaamheden voor inplannen.
De beheerder van het gasnet kan mogelijk, als alle gebruikers van het gas af zijn, het gasnet verwijderen. Ook daar zijn kosten aan verbonden.
Op de site van Netbeheer Nederland vind je meer informatie over de rol van, en eventuele ondersteuning vanuit de netbeheerder voor het opstellen van de Transitievisie Warmte.
Stand van de techniek
- In het Klimaatakkoord is de verwachting uitgesproken dat bij toenemende toepassing van isolatiemaatregelen en installatieconcepten de prijs met 20-40% kan dalen.
- De prestaties van elektrische warmtepompen zijn de laatste jaren beter geworden.
- Er worden op dit moment opleidingscentra ingericht met als doel in 4 à 5 jaar tijd 6.000 extra installateurs op te leiden.
Ontwikkelingen
- Modulair bouwen, waarbij componenten zoals installaties, dak- en gevelmodules modulair worden geïnstalleerd. Bijvoorbeeld: compacte en geluidsarme energie-units die alle installaties bevatten (warmtepomp, tapwater, ventilatie en eventueel een energieopslagvat).
- Stillere buitenunits.
- Geluidsisolatiekasten voor de buitenunit van de warmtepomp.
- Optimaal ingeregelde systemen met slimme aansturing.
- Monitoring en display voor gebruikers over functioneren van het systeem en energiegebruik.
- Nieuwe koudemiddelen met minder milieubelasting.