Gemeenten hebben de regierol gekregen in de warmtetransitie. In het klimaatakkoord is afgesproken dat elke gemeente uiterlijk in 2021 een transitievisie warmte opstelt. In deze transitievisie is opgenomen:
- Hoeveel woningen en andere gebouwen tot 2030 aardgasvrij worden gemaakt.
- Welke alternatieve warmtevoorzieningen kansrijk zijn.
- Welk warmte-alternatief de laagste nationale kosten heeft.
In de transitievisie is vaak terug te vinden of de gemeente kansen ziet voor warmtenetten en welke bronnen daarvoor in aanmerking komen.
Het deel van de Regionale Energie Strategie (RES) dat over warmte gaat is de Regionale Structuur Warmte (RSW). Dit beschrijft ook gemeente-overstijgende warmtebronnen. De RSW beschrijft hoe bovengemeentelijke samenwerking en kennisuitwisseling op het gebied van warmtebronnen, warmtevraag, warmte-infrastructuur kan plaatsvinden.
Gemeenten beslissen zelf hoe zij de warmtetransitie lokaal vormgeven. Geothermie is hierin als duurzame warmtebron één van de mogelijkheden. Provincies ondersteunen gemeenten om de inzet van geothermie in de warmtetransitie te versnellen. Dat doen zij door:
- Kennis te delen over de impact van boven- en ondergrondse ruimtelijke keuzes.
- Overzicht te bewaken over wat er speelt binnen de provincie, met name bij vraagstukken die gemeentegrenzen overstijgen.
- Een waardevol netwerk met ervaringsdeskundigen en kennispartners te bieden.
De wettelijke advies rol van een provincie
Ook hebben provincies (net zoals gemeenten) een wettelijke adviesrol richting de Minister van Economische Zaken en Klimaat of de Staatssecretaris Mijnbouw in het kader van de Mijnbouwwet. In de advisering houdt de provincierekening met specifieke lokale en regionale aandachtspunten en de verwachte impact van de eventuele mijnbouwactiviteit.
Meer informatie over het geothermiebeleid van jouw provincie en/of de contactgegevens van jouw provincie vind je via onderstaand overzicht.
De kern van het nationale beleid voor geothermie wordt gevormd door de nieuwe mijnbouwwet en het nieuwe vergunningsstelsel. Deze zijn specifiek aangepast voor geothermie. Lees meer over de nieuwe mijnbouwwet en het vergunningsstelsel.
Meer informatie over de ontwikkeling van het vastgestelde beleid vind je in verschillende kamerbrieven:
EZK staat een versnelling van de toepassing van geothermie voor daar waar dit veilig en verantwoord kan en waar dit maatschappelijk gezien de beste bron is voor duurzame warmte.
Geothermie in de gebouwde omgeving stimuleren
Dit is een van de doelen van het geothermiebeleid. Geothermie wordt daarom als een van de duurzame bronnen meegenomen in programmalijn 4 “Duurzame warmtebronnen en -netten” van het Programma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO). De doelen van dit programma zijn onder andere:
- Het verduurzamen van 1,5 miljoen woningen en vele andere gebouwen.
- 500 000 nieuwe aansluitingen op een warmtenet realiseren in de bestaande bouw in 2030.
Onderdeel van het programma is het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW). Dit programma ondersteunt gemeenten in hun regierol in de lokale warmtetransitie en bij het versnellen en opschalen van de warmtetransitie.